Zuurstofoverdracht is te realiseren met fijne luchtbellen. Een efficiënt beluchtingssysteem produceert bellen van maximaal 2 mm doorsnede. De porositeit (openingen) van de beluchters dienen echter veel kleiner te zijn om 2 mm grootte bellen te produceren. Gemiddeld is dat 100 Mu (= micron wat 0,1 mm is). Fijne luchtbellen kunnen coaliseren (samenklonteren) tot één grote luchtbel wat onwenselijk is. Systeemdimensies, drukverlies en luchtsnelheid hebben alle invloed op de luchtbellen.